Omdat whiplash en de daarbij optredende klachten en beperkingen zo lastig zijn vast te stellen (op röntgenfoto’s en scans is in de regel niets te zien) en gaandeweg wel de overtuiging is ontstaan dat slachtoffers echt serieus lijden aan tal van klachten (last van licht, lawaai, hoofdpijn, nekpijn, in de loop van de dag afnemende concentratie en spankracht, niet meer twee dingen tegelijk kunnen, geheugenstoornissen etc.), heeft de Hoge Raad het eenvoudiger gemaakt om whiplash na een ongeval te bewijzen.
De klachten moeten serieus, niet bedacht en niet ingebeeld zijn en dat moet door (medische) deskundigen worden vastgesteld. Als dat zo is, gaat de rechtspraak er van uit dat de botsing de oorzaak is van de klachten en beperkingen.
De rechtbank Den Haag maakt daar een uitzondering op. Een automobiliste werd van achteren aangereden door een andere automobilist. Zij was volgens haarzelf voor het ongeval gezond en klachtenvrij. Na het ongeval had ze tal van klachten aan nek, schouders, armen en benen en een post traumatisch stress syndroom (ptss).
De medici oordeelden dat de klachten van de vrouw serieus waren en niet bedacht, overdreven of ingebeeld. Maar mevrouw weigerde haar medische voorgeschiedenis te overleggen. De rechtbank wees een oorzakelijk verband tussen de gestelde schade en de botsing af. Er bleek namelijk aan beide auto’s nauwelijks schade.
De achterkant van de auto waarin de vrouw zat, had enkel een beetje lakschade terwijl de achteropkomer een scheurtje in de voorbumper had. Daaruit werd afgeleid dat de botsing had plaatsgevonden met een snelheid die niet hoger was dan 15 km/uur en de rechtbank oordeelde dat het onaannemelijk was dat een botsing met zo’n lage snelheid tot genoemde klachten zou kunnen leiden. Om die reden werd de vordering tot schadevergoeding afgewezen.
Het feit dat mevrouw weigerde haar medische voorgeschiedenis in de procedure te overleggen, zal niet hebben bijgedragen aan haar kansen.