In juni 2015 werd het Wetsvoorstel herziening partneralimentatie ingediend. In dit wetsvoorstel werden de regels over partneralimentatie behoorlijk overhoop gehaald. Zo zou de grondslag voor het recht hebben op partneralimentatie gewijzigd worden, de duur van de alimentatie verkort moeten worden, moest de berekeningswijze eenvoudiger worden en zou het mogelijk moeten zijn dat partijen al vóór het sluiten van het huwelijk, bij het maken van huwelijkse voorwaarden, partneralimentatie konden uitsluiten. Het voorstel ging zelfs zo ver dat er pas een recht op partneralimentatie zou ontstaan, indien de alimentatiegerechtigde kon aantonen dat het huwelijk tot een verlies aan verdiencapaciteit heeft geleid.
Nadat onder meer uit de advocatuur al behoorlijke kritiek op het wetsvoorstel was gekomen, kwam in september 2016 de Raad van State eveneens met vernietigend commentaar op het wetsvoorstel. Immers gaan de initiatiefnemers van het wetsvoorstel er ten onrechte vanuit dat er een volledig gelijke verdeling bestaat tussen mannen en vrouwen qua werk, inkomen en zorg voor de kinderen. De realiteit is echter dat nog steeds het merendeel van de vrouwen het grootste deel van de zorg voor de kinderen op zich neemt en om die reden concessies doet qua inkomen. Van een gelijkwaardige verdeling van arbeid en zorg is dan ook geen sprake.
Het bleef vervolgens lange tijd stil rondom het wetsvoorstel, maar op 14 maart 2017 is een nota van wijziging ingediend. Met deze nota wordt het voorstel op veel punten gewijzigd. Onder meer blijft de huidige grondslag voor partneralimentatie gehandhaafd: namelijk de lotsverbondenheid tussen de echtelieden en blijft het uitgangspunt de mate van welstand in de laatste periode van het huwelijk. Verder is het partijen toch niet toegestaan om, voorafgaand aan het huwelijk, partneralimentatie uit te sluiten bij het maken huwelijkse voorwaarden.
Wat wel overeind blijft, is de verkorting van de termijn van de alimentatieduur van de huidige 12 jaar naar 5 jaar.
De verwachting is dat dit voorstel de goedkeuring van de Tweede Kamer wel kan verdragen en zal worden aangenomen. Zodra dat het geval is, kan – zo is de verwachting – nog voordat de wet van kracht is, al een geslaagd beroep gedaan worden op een verkorting van de alimentatietermijn. Uiteraard zal een dergelijk verzoek goed onderbouwd moeten worden.
Heeft u vragen over partneralimentatie of de vaststelling daarvan, neemt u dan gerust contact met Manuela Michiels, Mr. Michiels is gespecialiseerd in het personen- en familierecht en heeft als advocaat jarenlange ervaring als het gaat om alimentatiekwesties.