Oordeel bedrijfsarts weegt zwaarder dan deskundigenoordeel UWV

Een werknemer, die volgens de bedrijfsarts arbeidsongeschikt is, wordt tot twee keer toe ontslagen omdat hij niet komt opdagen voor werk. De werknemer vecht het ontslag aan, omdat de werknemer volgens het UWV niet arbeidsgeschikt zou zijn. Welk oordeel telt? De kantonrechter doet uitspraak.

Een werknemer werkt sinds begin juni 2012 voor zes maanden als distributiechauffeur bij een bedrijf. Begin augustus 2012 meldt hij zich ziek. In september krijgt hij twee waarschuwingen wegens het niet hervatten van zijn werk en het niet willen meewerken aan re-integratie. Op 14 september 2012 is de bedrijfsarts van oordeel dat de werknemer geleidelijk zijn werk kan hervatten en dat hij vanaf 1 oktober volledig arbeidsgeschikt zal zijn.

De werknemer wordt op 23 oktober 2012 op staande voet ontslagen, omdat hij zijn werkzaamheden niet heeft hervat. In november trekt de werkgever dit ontslag in nadat de werknemer heeft aangegeven zijn werkzaamheden alsnog te zullen hervatten. De werknemer heeft zich echter niet gemeld en wordt daarop nogmaals ontslagen.

UWV acht werknemer niet arbeidsgeschikt

Op 19 november 2012 heeft de verzekeringsarts van het UWV geoordeeld dat de werknemer per 1 oktober 2012 nog niet arbeidsgeschikt was voor zijn eigen werk. De werknemer stelt dat op die grond het ontslag nietig is en vordert in kort geding doorbetaling van loon.

Niet fysiek gezien

De kantonrechter stelt vast dat de bedrijfsarts de werknemer per 1 oktober 2012 volledig arbeidsgeschikt heeft verklaard. Hiertegenover staat het oordeel van de verzekeringsarts van het UWV. Aan een dergelijk oordeel komt niet zonder meer doorslaggevende betekenis toe, maar als dit oordeel gepasseerd wordt omdat het afwijkt van het oordeel van de bedrijfsarts, dan zijn daarvoor wel bijkomende omstandigheden nodig. De kantonrechter acht die omstandigheden in dit geval aanwezig, omdat de verzekeringsarts van het UWV zijn oordeel heeft gevormd zonder de werknemer fysiek te hebben gezien. Ook is het oordeel van de verzekeringsarts, in tegenstelling tot dat van de bedrijfsarts, geruime tijd na de geschildatum tot stand gekomen.

Niet meegewerkt aan re-integratie

Daarbij weegt de rechter ook mee, dat de werknemer bijna twee maanden heeft gewacht met de aanvraag van een second opinion. Daarom heeft de werknemer vanaf 1 oktober 2012 geen recht op loon. Ten overvloede overweegt de kantonrechter dat, ook als het deskundigenoordeel wel zou zijn gevolgd, de werknemer toch geen recht op loon zou hebben gehad omdat hij niet heeft meegewerkt aan zijn re-integratie. Daarom komt de kantonrechter niet toe aan beoordeling van het ontslag op staande voet. Het verzoek van de werknemer wordt afgewezen.

Bron: Accountancy Nieuws

sss