Pagina niet gevonden – Bonnier Advocaten Wijchen https://www.bonnieradvocaten.nl Advocatenkantoor Advocaten Rechtsbijstand Mon, 26 Jul 2021 22:10:42 +0000 nl-NL hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.4.3 https://www.bonnieradvocaten.nl/wp-content/uploads/square-very-smal-4.png Pagina niet gevonden – Bonnier Advocaten Wijchen https://www.bonnieradvocaten.nl 32 32 Stiefouders en kinderalimentatie https://www.bonnieradvocaten.nl/stiefouders-en-kinderalimentatie/ Mon, 24 Sep 2018 08:12:18 +0000 https://www.bonnieradvocaten.nl/?p=2888 Ons kantoor heeft een vrij grote ‘familiepraktijk’. Daarbij moet u vooral denken aan echtscheidingen en alles wat daarmee samenhangt. Regelmatig krijgen wij dan ook vragen voorgelegd over kinderalimentatie. Soms gaan die vragen over de nieuwe partner van de ex-partner. “Moet de nieuwe partner van mijn ex niet gewoon bijdragen in de kosten van mijn kinderen?”
Toegegeven: het voelt niet onredelijk dat de nieuwe partner (stiefouder) meebetaalt aan de kosten van de kinderen van zijn of haar partner (stiefkinderen). In de praktijk gebeurt dat natuurlijk ook vaak. En toch bestaat er volgens de wet voor stiefouders niet altijd een zogenaamde ‘onderhoudsverplichting’.
Als de stiefouder niet met de ouder van de kinderen is getrouwd of geen geregistreerd partnerschap met hem of haar is aangegaan, dan hoeft de stiefouder niet mee te betalen aan de kosten van de kinderen. Dus als de stiefouder van uw kinderen “slechts” samenwoont met uw ex-partner, dan is hij of zij niet onderhoudsplichtig. Dat betekent niet automatisch dat bij een huwelijk of geregistreerd partnerschap de stiefouder áltijd moet bijdragen in de kosten van de kinderen. In de wet staat namelijk dat de getrouwde of geregistreerde stiefouder alleen onderhoudsplichtig is als zijn of haar stiefkinderen ook “tot het gezin behoren”. De feitelijke woonsituatie geeft dan dus de doorslag, waarbij er vaak discussie is in geval van uitwonende kinderen of bij LAT-achtige relaties.
Als de nieuwe partner van uw ex-partner onderhoudsplichtig is ten aanzien van uw kinderen, dan heeft dit invloed op de verhouding waarin moet worden bijgedragen in de kosten van hun opvoeding en verzorging.
Heeft u vragen over een mogelijke onderhoudsverplichting van de nieuwe partner van uw ex-partner? Of heeft u andere vragen over kinderalimentatie? U kunt bij ons terecht voor een gratis en vrijblijvend gesprek tijdens ons inloopspreekuur, elke dinsdag van 17:00 tot 18:00 uur. Vraagt u voor familiezaken naar mr. Manuela Michiels of naar mij.

Mr. Bart Molenaar is als advocaat, net als mr. Manuela Michiels, binnen Bonnier advocaten werkzaam binnen de personen en familierechtpraktijk.


Linkedin

]]>
De aanzegplicht bij opzegging arbeidsovereenkomst https://www.bonnieradvocaten.nl/aanzegplicht-bij-opzegging-arbeidsovereenkomst/ Fri, 22 Jun 2018 06:44:56 +0000 https://www.bonnieradvocaten.nl/?p=2546 Van alle verplichtingen waar een werkgever aan moet voldoen is de aanzegplicht ogenschijnlijk een van de eenvoudigste. Kortgezegd houdt deze plicht in dat voor tijdelijke arbeidscontracten die langer dan zes maanden duren de werkgever de werknemer uiterlijk een maand vóór de einddatum van het arbeidscontract schriftelijk moet informeren over het al dan niet voortzetten ervan. Laat de werkgever dit na dan is deze een vergoeding van maximaal één maandloon verschuldigd aan de werknemer.

Hoewel deze plicht bij veel werkgevers inmiddels wel is ingeburgerd, merk ik in mijn praktijk dat de aanzegging met enige regelmaat toch wordt vergeten. Vaak heeft dit geen gevolg, omdat werknemers vervolgens nalaten om (binnen twee maanden) aanspraak te maken op de vergoeding. De werknemer laat daarmee dus een maandsalaris liggen. Uiteraard is het niet aan te raden om hier als werkgever op te gokken. Bij een tijdelijke arbeidsovereenkomst moet daarom altijd tijdig over de voortzetting worden nagedacht én gecommuniceerd. Dit is ook het doel van de aanzegplicht. Namelijk dat de werknemer op tijd weet waar hij aan toe is.

Voor de vergeetachtige werkgever is het goed om te weten, dat de aanzegging dat de arbeidsovereenkomst niet wordt verlengd al in de arbeidsovereenkomst kan worden opgenomen. Dit is een oplossing voor de gevallen dat het ook echt zeker is dat de arbeidsovereenkomst zal eindigen. Als echter blijkt dat de werkgever die hier gebruik van maakt vervolgens regelmatig toch tot verlenging overgaat, kan een werknemer met recht betogen dat de aanzegging in de arbeidsovereenkomst niet geldt.

Afsluitend is het van belang om te benoemen dat óók de verlenging van de arbeidsovereenkomst tijdig moet worden aangezegd. Hoewel een werknemer die in dienst blijft niet snel aanspraak zal maken op de vergoeding, is het ook in dit geval raadzaam om een verlenging tijdig en schriftelijk aan te kondigen.

In het geval van een tijdelijke arbeidsovereenkomst geldt dus altijd: zeg eens aan! Heeft u (naar aanleiding van dit artikel) vragen? Neem dan contact op voor een vrijblijvend gesprek of maak gebruik van ons gratis op dinsdag tussen 17.00 – 18.00 uur.

mr R.G.H.M. Jacobs, Bonnier advocaten, www.bonnieradvocaten.nl

]]>
Arbeidsovereenkomst proeftijd en ontslag https://www.bonnieradvocaten.nl/arbeidsovereenkomst-proeftijd-ontslag/ Fri, 22 Jun 2018 06:40:32 +0000 https://www.bonnieradvocaten.nl/?p=2545 Ontslag tijdens de proeftijd

Indien een werknemer met een nieuwe baan start, dan begint hij of zij meestal met een proeftijd. Het doel van de proeftijd is, zoals het woord al zegt, om de werkgever en werknemer over en weer kennis met elkaar te laten maken.

Gedurende de proeftijd kunnen zowel de werknemer, als de werkgever de arbeidsovereenkomst per direct beëindigen. De wettelijke regels met betrekking tot de opzegging van een arbeidsovereenkomst zijn namelijk niet van toepassing. Zo hoeven beide partijen geen opzegtermijn in acht te nemen bij een ontslag tijdens de proeftijd. Ook mag een werkgever de werknemer tijdens de proeftijd ontslaan wanneer de werknemer ziek is. Voor het geval de werknemer opzegt, moet hij zich overigens wel realiseren dat hij waarschijnlijk geen WW-uitkering krijgt.

Wat moet er in de arbeidsovereenkomst zijn opgenomen?
De proeftijd moet wel schriftelijk zijn overeengekomen (veelal in de arbeidsovereenkomst) en moeten voor zowel de werkgever als de werknemer gelijk zijn. De proeftijd in een eerste arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd mag niet ook weer worden opgenomen in een daaropvolgende arbeidsovereenkomst als deze arbeidsovereenkomsten dezelfde werkzaamheden betreft. De werkgever heeft immers al de gelegenheid gehad het werk van werknemer tijdens de eerste periode te beoordelen. Hetzelfde geldt voor het geval dat een door een bedrijf ingehuurde uitzendkracht een arbeidsovereenkomst krijgt aangeboden voor dezelfde werkzaamheden. Immers, ook dan heeft de werkgever de werknemer tijdens de uitzendperiode al kunnen beoordelen op zijn of haar kwaliteiten.

Maximale termijn aan proeftijd?
De wet stelt verder maximale termijnen aan de proeftijd. Bij arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd geldt een maximale proeftijd van 2 maanden. Bij arbeidsovereenkomsten voor de bepaalde tijd van 6 maanden of korter is helemaal geen proeftijd toegestaan. In geval van een arbeidsovereenkomst voor de duur van meer dan 6 maanden, maar minder dan 2 jaar, bedraagt de proeftijd maximaal 1 maand. Wanneer de arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor de bepaalde duur van twee jaar of langer mag de proeftijd maximaal 2 maanden zijn. Indien er sprake is van een contract voor bepaalde tijd, terwijl de einddatum daarbij niet op een kalenderdatum is gesteld (bijvoorbeeld als de werknemer wordt ingeschakeld voor een bepaald project of een werknemer wordt aangetrokken om een zieke collega te vervangen gedurende de ziekteperiode, waarvan de duur onbekend is), dan bedraagt de proeftijd slechts 1 maand, ongeacht de duur van het project of de duur van de vervanging.

Wat als er geen geldige proeftijd is opgenomen?
Als er geen sprake is van een geldige proeftijd, dan is er in het geheel geen proeftijd. Er vindt dus geen omzetting plaats naar een geldige proeftijd. We moeten ons overigens wel realiseren dat in sommige gevallen in een cao mag worden afgeweken van de wettelijke regeling omtrent de proeftijd.

Altijd ontslag mogelijk in proeftijd?
Toch biedt een proeftijdbeding in de arbeidsovereenkomst de werkgever niet altijd de mogelijkheid de overeenkomst per direct te beëindigen. De werknemer kan bij ontslag in de proeftijd de reden van ontslag vragen aan werkgever. De werkgever is verplicht die reden dan te geven. Wanneer ontslag plaatsvindt vanwege bijvoorbeeld zwangerschap, dan is er sprake van discriminatie en is het ontslag tijdens de proeftijd niet toegestaan. Hiervoor gaf ik ook al aan dat ontslag tijdens de proeftijd wegens ziekte toegestaan is. Echter, indien de werknemer chronisch ziek is, dan kan er sprake zijn van discriminatie vanwege een handicap of chronische ziekte. In dat geval is er ook geen ontslag toegestaan en kan dit door de rechter teniet gedaan worden.

]]>
Een ongeval tijdens werk: wie draait daarvoor op? https://www.bonnieradvocaten.nl/ongeval-tijdens-werk-wie-draait-daarvoor-op/ Fri, 18 May 2018 13:18:58 +0000 https://www.bonnieradvocaten.nl/?p=2543 Een ongeluk zit in een klein hoekje, ook – vooral – op de werkvloer. Van elke 100.000 werknemers in Nederland kregen er vorig jaar 1.400 te maken met een arbeidsongeval. Het kan dus iedereen overkomen.

De meeste mensen weten wel dat zij, als ze bij de uitvoering van hun werk een ongeval krijgen, hun werkgever voor de schade kunnen aanspreken. Dit is anders als u zichzelf opzettelijk verwondt dan wel bewust zodanig roekeloos handelt dat u de kans op een ongeluk zelf in het leven hebt geroepen. Wat veel mensen echter níet weten, is dat de zorgplicht van de werkgever verder reikt dan alleen de werkvloer zelf.

Onlangs deed zich een interessante zaak voor waarbij een werknemer – we noemen hem ‘Piet’ – tijdens een bedrijfsuitje ten val kwam en daarbij een gecompliceerde breuk aan zijn pols en schouder opliep. De werkgever kon er in principe weinig aan doen dat Piet struikelde en het ongeluk gebeurde niet op de werkvloer en niet tijdens de uitoefening van het werk. De werkgever had zijn zorgplicht, het zorgen voor veilige werkomstandigheden, dus niet geschonden. Tóch werd aansprakelijkheid aangenomen. Waarom? De werkgever had moeten weten dat zich tijdens het bedrijfsuitje bepaalde risico’s voordeden en had een verzekering kunnen afsluiten om die risico’s af te dekken. Dat had hij nagelaten, waardoor hij zich niet had gedragen als goed werkgever. Hij had zijn werknemers onvoldoende ‘beschermd’ tegen de mogelijke risico’s. Op grond daarvan kon de werkgever aansprakelijk worden geacht voor de door Piet geleden schade.

Een ander voorbeeld. In december 2017 heeft de Hoge Raad in een zaak waarin een vrijwilliger bij een parochie letsel had opgelopen na een val van het dak van de kerk, bepaald dat een werkgever óók aansprakelijk is voor schade opgelopen door vrijwilligers.

Dit bewijst maar dat het recht zich op dit gebied nog steeds ontwikkelt. Het is daarom altijd raadzaam om, indien u te maken krijgt met een aan uw werk gerelateerd ongeval, een deskundige te raadplegen.

Bent u werkgever en wordt u aansprakelijk gesteld na een bedrijfsongeval? Of bent u het slachtoffer van een bedrijfsongeval? Bonnier advocaten heeft de deskundigheid in huis om u verder te helpen. Neem vrijblijvend contact met ons op of bezoek ons gratis spreekuur.

]]>
Website Bonnier Advocaten opgenomen in Hall of Fame (2) https://www.bonnieradvocaten.nl/website-bonnier-advocaten-opgenomen-in-hall-of-fame-2/ Mon, 09 Apr 2018 07:48:30 +0000 https://www.bonnieradvocaten.nl/?p=2539 Update 17-03-2018
Inmiddels zijn enkele aanpassingen gedaan aan de versleuteling van onze website die we u niet willen onthouden.

Zoals u aan de groene browserbalk kunt zien is er voor gekozen om het eerder gebruikte “Organization Validation” (OV) certificaat te vervangen door een “Extended-Validation” (EV) certificaat. Dit certificaat biedt een aantal voordelen ten opzichte van het voorgaande certificaat.

De verstrekkingsprocedure of validatieprocedure bij het EV-certificaat is vrij strikt. Niet alleen wordt bij de procedure gekeken of de aanvrager beschikt over de controle over de domeinnaam en wordt de identiteit van de organisatie streng gevalideerd, ook wordt geverifieerd of de aanvrager toestemming heeft c.q. bevoegd is om de aanvraag te doen.

Het EV-certificaat biedt derhalve extra zekerheid omtrent de identiteit van de onderneming achter de website en de identiteit van de onderneming wordt, bij het gebruik van een EV-certificaat, prominent in de adresbalk getoond.

Een ander pluspunt van het nieuwe EV-certificaat ten opzichte van het oude SSL-certificaat is dat deze is voorzien van de certificate-transparency extensie.
Dit houdt simpel gezegd in dat het certificaat is gelogd in publiek raadpleegbaar en fraudebestendige logs. De logging maakt het mogelijk om frauduleus uitgegeven certificaten bijna real-time te detecteren. Vanaf april 2018 is het verplicht om alle uitgegeven certificaten te loggen in certificate-transparency logs, maar die verplichting geldt ten tijde van dit schrijven alleen nog voor EV-certificaten en door Symantec uitgegeven certificaten.
Browsers verplichten dat websites met een EV-certificaat, zoals de website van Bonnier Advocaten, bewijs leveren dat het certificaat is opgenomen in certificate-transparency logs. Op deze manier wordt extra zekerheid geboden dat een certificaat niet door kwaadwillenden wordt misbruikt.

Heeft u vragen op het gebied van privacyrecht en technologie?
Binnen Bonnier Advocaten is niet alleen kennis aanwezig op juridisch c.q. privacyrechtelijk gebied, maar is ook technische kennis aanwezig zodat wij u optimaal kunnen helpen bij de toepassing van privacy wet- en regelgeving binnen uw onderneming.

]]>
De sleepnet wet: bestaat privacy straks nog wel? https://www.bonnieradvocaten.nl/de-sleepnet-wet-bestaat-privacy-straks-nog-wel/ Mon, 02 Oct 2017 07:59:37 +0000 https://www.bonnieradvocaten.nl/?p=2505 In juli heeft de Eerste Kamer een wet aangenomen waarmee geheime diensten veel meer bevoegdheden krijgen om burgers digitaal af te luisteren. Wat houdt deze ‘sleepnetwet’ of ‘sleepwet’ precies in?

Met de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, zoals de sleepnetwet officieel heet, wordt het voor inlichtingendiensten (de AIVD en de MIVD) mogelijk om op grote schaal online informatie van burgers te verzamelen.
De wet was voor vijf studenten aanleiding om handtekeningen te verzamelen voor een referendum. Inmiddels is de oproep als door tienduizenden mensen ondertekend. Ook Amnesty International voert momenteel hard campagne voor het initiatief van de studenten.

Wat houdt de ‘sleepnetwet’ of ‘sleepwet’ in?

Op 11 juli 2017 heeft de Eerste Kamer de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten ondertekend. Dit zorgt ervoor dat de inlichtingendiensten vanaf 1 januari 2018 meer middelen tot hun beschikking krijgen.
De belangrijkste veranderingen:

  • Met de nieuwe wet mag een zogenaamd ‘sleepnet’ worden ingezet om massaal online communicatie af te luisteren. Ook als je niet verdacht wordt, mag je worden afgeluisterd. Hierdoor kan een hele wijk worden afgeluisterd, wanneer er een verdacht persoon in de wijk woont.
  • Alle geautomatiseerde apparaten mogen worden gehackt zonder dat je zelf verdacht bent. Denk bijvoorbeeld aan je telefoon, tablet, laptop of smart-tv.
  • Er mag een geheime DNA-databank aangelegd worden waar iedereen in terecht kan komen.
  • De data die is verzameld mag worden gedeeld met buitenlandse inlichtingendiensten. Hiervoor hoeft de data niet vooraf te zijn geanalyseerd.
  • Het medisch beroepsgeheim wordt beperkt. Vertrouwelijke communicatie tussen arts en patiënt mag worden afgeluisterd.

Referendum over de sleepwet

Instanties als de Raad van State, de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, de Nederlandse Vereniging van Journalisten, Amnesty International, burgerrechtenorganisatie Bits of Freedom en verscheidene wetenschappers hebben al hun zorgen geuit over deze wet.

Enkele studenten zijn deze zomer een actie gestart omdat ze een referendum willen over de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Een wet die grote gevolgen heeft voor de vrijheid van burgers zou volgens de studenten niet zonder referendum aangenomen mogen worden.

In totaal is het initiatief inmiddels tienduizenden keren ondertekend. In totaal zijn er voor 16 oktober 300.000 handtekeningen nodig voordat er een referendum aangevraagd kan worden.

Ondertekenen van het initiatief kan via de website Sleepwet.nl.

Bron: AVRO-TROS Radar

Overigens is de website van Bonnier Advocaten voorbereid op de  ‘Sleepwet’. Voor de website, alsmede voor het contactformulier, wordt sterke encryptie gebruikt, getuige ook de opname van de website in de Hall of Fame van internet.nl

]]>
Website Bonnier Advocaten opgenomen in Hall of Fame internet.nl https://www.bonnieradvocaten.nl/hall-of-fame/ Wed, 06 Sep 2017 08:36:50 +0000 https://www.bonnieradvocaten.nl/?p=2488 Sinds 18 augustus 2017 is de website van Bonnier Advocaten opgenomen in de Internet.nl Hall of Fame. Door de Nederlandse overheid zijn in samenwerking met de internetgemeenschap kwalificatie-eisen opgesteld waaraan een website moet voldoen wil deze de erkenning krijgen waardoor de website kan toetreden tot het selecte gezelschap van hoogwaardige websites.

Gesteld mag worden dat onze website voldoet aan alle moderne standaarden, waarbij natuurlijk veiligheid & privacy voorop staan.

De website van Bonnier Advocaten blijkt prima beveiligd en dat betekent voor de bezoeker onder meer het volgende.

  • Niemand kan achterhalen welke pagina van onze website u hebt bezocht.
  • Niet te zien is dat u ons contactformulier hebt bezocht, laat staan dat u dit eventueel hebt ingevuld en/of verzonden.
  • Er zit niemand tussen u als bezoeker en onze website, zodat het zo goed als onmogelijk is dat een derde partij een tekst kan hebben onderschept en desgewenst aangepast.

Wat dat betreft is onze website klaar voor de toekomst. Wanneer u bijvoorbeeld vanuit onze website via een link naar een andere website gaat, kan die andere website (dankzij onze ‘referrer-policy’) niet zien dat u deze via onze website bezoekt.

Als eerste advocatenkantoor in Nederland maken wij ook gebruik van HSTS-preloading. Dit is een extra beveiliging die voorkomt dat de argeloze bezoeker van onze website geconfronteerd kan worden met een aanvaller (een hacker) die de verbinding onderschept en een onversleutelde verbinding met u probeert te maken. U wordt dan direct gewaarschuwd en kunt op dat moment ook niet verder naar onze website.

Kortom, uw privacy is op alle fronten gewaarborgd. Dit betekent bijvoorbeeld ook dat er geen derde partij is die bezoeken aan onze website monitort. Dus geen Google, Facebook of Twitter die meekijken om zo te achterhalen waar u mee bezig bent!

Wij proberen op het gebied van privacyrecht het goede voorbeeld te geven en zijn dan ook best een beetje trots op onze uitverkiezing. Waarbij wij bijzondere dank verschuldigd zijn aan onze Juridisch en IT-medewerker Ruben Hummel voor zijn voortdurende inspanningen om onze website dag in dag uit op dat hoge niveau te houden.

Heeft u advies nodig op het gebied van privacyrecht? Heeft u – bijvoorbeeld – een sluitende privacyverklaring of een bewerkersovereenkomst nodig? Neem dan gerust contact met ons op.

]]>
Advocaat heeft (nog) geen AFM-vergunning nodig https://www.bonnieradvocaten.nl/advocaat-heeft-nog-geen-afm-vergunning-nodig/ Fri, 14 Jul 2017 13:10:59 +0000 https://www.bonnieradvocaten.nl/?p=2768 Advocaten hoeven voorlopig geen AFM-vergunning te hebben. Dat is de uitkomst van overleg tussen de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM).

De AFM vindt dat advocaten, net als anderen die incasso-activiteiten uitvoeren, vergunningsplichtig zijn. Maar na een gesprek met de NOvA heeft de financiële toezichthouder besloten om voorlopig niet te handhaven, zei algemeen deken Bart van Tongeren van de NOvA woensdag 19 april tijdens een vergadering van het College van Afgevaardigden.

Uitstel betekent echter niet per se afstel, blijkt uit een verklaring van de AFM. “Iedereen die adviseert en bemiddelt over krediet, moet volgens de Leidraad Consumenten en Incassotrajecten voldoen aan de voorwaarden,” legt woordvoerster Nicole Reijnen van de toezichthouder uit. De AFM beoordeelt de werkwijze van de kredietaanbieder, kijkt of deze aan de diploma-eisen voldoet en beslist dan of er een vergunning kan worden verleend.

“In het overleg met de AFM heeft de NOvA gezegd te gaan uitzoeken of er advocaten zijn die aan bemiddeling en advies over krediet doen,” zegt Reijnen. De AFM wacht nu waar de NOvA mee komt.

Bron: Mr. Online

]]>
Wetsvoorstel herziening partneralimentatie https://www.bonnieradvocaten.nl/wetsvoorstel-herziening-partneralimentatie/ Fri, 14 Jul 2017 12:57:59 +0000 https://www.bonnieradvocaten.nl/?p=2475 In juni 2015 werd het Wetsvoorstel herziening partneralimentatie ingediend. In dit wetsvoorstel werden de regels over partneralimentatie behoorlijk overhoop gehaald. Zo zou de grondslag voor het recht hebben op partneralimentatie gewijzigd worden, de duur van de alimentatie verkort moeten worden, moest de berekeningswijze eenvoudiger worden en zou het mogelijk moeten zijn dat partijen al vóór het sluiten van het huwelijk, bij het maken van huwelijkse voorwaarden, partneralimentatie konden uitsluiten. Het voorstel ging zelfs zo ver dat er pas een recht op partneralimentatie zou ontstaan, indien de alimentatiegerechtigde kon aantonen dat het huwelijk tot een verlies aan verdiencapaciteit heeft geleid.

Nadat onder meer uit de advocatuur al behoorlijke kritiek op het wetsvoorstel was gekomen, kwam in september 2016 de Raad van State eveneens met vernietigend commentaar op het wetsvoorstel. Immers gaan de initiatiefnemers van het wetsvoorstel er ten onrechte vanuit dat er een volledig gelijke verdeling bestaat tussen mannen en vrouwen qua werk, inkomen en zorg voor de kinderen. De realiteit is echter dat nog steeds het merendeel van de vrouwen het grootste deel van de zorg voor de kinderen op zich neemt en om die reden concessies doet qua inkomen. Van een gelijkwaardige verdeling van arbeid en zorg is dan ook geen sprake.

Het bleef vervolgens lange tijd stil rondom het wetsvoorstel, maar op 14 maart 2017 is een nota van wijziging ingediend. Met deze nota wordt het voorstel op veel punten gewijzigd. Onder meer blijft de huidige grondslag voor partneralimentatie gehandhaafd: namelijk de lotsverbondenheid tussen de echtelieden en blijft het uitgangspunt de mate van welstand in de laatste periode van het huwelijk. Verder is het partijen toch niet toegestaan om, voorafgaand aan het huwelijk, partneralimentatie uit te sluiten bij het maken huwelijkse voorwaarden.

Wat wel overeind blijft, is de verkorting van de termijn van de alimentatieduur van de huidige 12 jaar naar 5 jaar.

De verwachting is dat dit voorstel de goedkeuring van de Tweede Kamer wel kan verdragen en zal worden aangenomen. Zodra dat het geval is, kan – zo is de verwachting – nog voordat de wet van kracht is, al een geslaagd beroep gedaan worden op een verkorting van de alimentatietermijn. Uiteraard zal een dergelijk verzoek goed onderbouwd moeten worden.

Heeft u vragen over partneralimentatie of de vaststelling daarvan, neemt u dan gerust contact met Manuela Michiels, Mr. Michiels is gespecialiseerd in het personen- en familierecht en heeft als advocaat jarenlange ervaring als het gaat om alimentatiekwesties.

]]>
Vrije advocaatkeuze ook bij zienswijzeprocedure https://www.bonnieradvocaten.nl/vrije-advocaatkeuze-bij-zienswijzeprocedure/ Fri, 28 Apr 2017 08:09:56 +0000 https://www.bonnieradvocaten.nl/?p=2450

Kies zelf uw advocaat, ook als u een rechtsbijstandsverzekering hebt

Veel mensen hebben een rechtsbijstandsverzekering en gaan er daarbij vanuit dat hun belangen daarom altijd door een medewerker/jurist van de verzekeraar behartigd moeten worden. En als er dan toch een advocaat ingeschakeld moet worden, dat het dan de verzekeraar is die mag bepalen wie dat dan moet worden.

Niets is echter minder waar! In zeer veel gevallen hebt u, als verzekerde met een rechtsbijstandsverzekering, het recht om zelf te bepalen óf u een advocaat wenst en zo ja, wie dat dan zou moeten zijn.

Een belangrijke uitspraak in deze materie is al op 07 november 2013 gedaan door het Europese Hof van Justitie. Ondanks deze op zich heldere uitspraak blijven verzekeraars maar al te vaak volkomen ten onrechte beweren dat u dit recht niet hebt.

Vanwege weer eens een weigering van een verzekeraar, in dit geval DAS Rechtsbijstand, haar verzekerde vrije advocaatkeuze te bieden, heeft de rechtbank Limburg onlangs voor recht verklaard dat óók de zienswijzeprocedure een administratieve procedure is waarvoor het recht op vrije advocaatkeuze geldt. Dit alles is reden genoeg om opnieuw in de materie te duiken én, aangaande het vonnis van de rechtbank Limburg, tekst en uitleg te geven.

De vrije advocaatkeuze

De vrije advocaatkeuze is het recht van een verzekerde om, wanneer er sprake is van een gerechtelijke of administratieve procedure, zelf een onafhankelijk advocaat te kiezen. De rol van de rechtsbijstandsverzekeraar is dan beperkt tot het betalen van de advocaatkosten. Het recht op vrije advocaatkeuze is het gevolg van Europese regelgeving, vastgelegd in een zogenaamde Europese Richtlijn (87/344/EG). De weerslag van deze richtlijn vinden we in Nederland terug in art. 4:67 lid 1 van de Wet op het financieel toezicht. (Wft)

Een korte terugblik

Er is in de loop der jaren een hoop te doen geweest over de vrije advocaatkeuze, want, zo leert de geschiedenis, het is rechtsbijstandsverzekeraars er alles aan gelegen om het recht van haar verzekerden op een onafhankelijk advocaat zoveel als mogelijk in te perken.

In eerste instantie huldigden rechtsbijstandverzekeraars het standpunt dat de verzekeraars altijd zelf mochten bepalen wanneer het nodig was om een onafhankelijk advocaat in te schakelen. Met deze zienswijze op – of uitleg van – de vrije advocaatkeuze werd uiteindelijk op 07 november 2013 door het Europees Hof van Justitie korte metten gemaakt. Het Hof bepaalde dat het recht op een door de verzekerde gekozen advocaat niet beperkt kan worden tot de situatie dat de verzekeraar besluit dat dit nodig is. Meer over deze uitspraak leest u hier.

Na het oordeel van het Europese Hof dat het niet aan de verzekeraar is om te bepalen of de verzekerde een eigen advocaat mag kiezen, werd door de verzekeraars de volgende horde opgeworpen: administratieve procedures zouden niet aan te merken zijn als ‘gerechtelijke procedures’ in de zin van de richtlijn en dus zou de verzekerde voor deze niet-gerechtelijke procedures niet zelf zijn of haar advocaat mogen kiezen.

Ook deze uitleg van het recht op vrije advocaatkeuze werd uiteindelijk door het Europees Hof van Justitie als onjuist bestempeld. De vrije advocaatkeuze dient, zo oordeelde dit Hof, ruim uitgelegd te worden. Belangrijker nog is de overweging van het Hof dat in de tweede prejudiciële beslissing terugkwam:
“In het onderhavige geval volgt uit de gegevens in het dossier dat aan het Hof is overgelegd dat de rechten van de verzekerde zowel worden geraakt door het oorspronkelijke besluit van het CIZ als door het besluit op bezwaar, daar het feitenonderzoek plaatsvindt in die administratieve procedure en dit de grondslag vormt voor de besluitvorming in het kader van de eropvolgende administratieve gerechtelijke procedure.

In die omstandigheden kan niet worden betwist dat de verzekerde behoefte heeft aan rechtsbescherming in een procedure die onmisbaar is om beroep te kunnen instellen bij de bestuursrechter.”

De zienswijzeprocedure: een administratieve procedure, waarop het recht van vrije advocaatkeuze van toepassing is.

De laatste ontwikkeling op het gebied van het recht op vrije advocaatkeuze is dat de zienswijzeprocedure ook een administratieve procedure is in de zin van richtlijn 87/344/EG, zo verklaarde de kantonrechter van de rechtbank Limburg voor recht in een vonnis van 29 juni 2016.

De procedure, waarin van ons kantoor mr. Bonnier optrad namens zijn cliënt, de heer Van Oort, die verzekerd is bij DAS Rechtsbijstand, draaide primair om de vraag of een zienswijze (in het kader van een door de gemeente Mook en Middelaar voorgenomen bestemmingsplanwijziging) viel onder het recht op vrije advocaatkeuze.
DAS stelde zich – ‘uiteraard’ – op het standpunt dat Van Oort met zijn wens strekkende tot het opstellen van de zienswijze niet in aanmerking kwam voor een advocaat naar zijn keuze. Van Oort kon zich met het standpunt van DAS niet verenigen, en gaf opdracht aan Bonnier advocaten tot het opstellen van de zienswijzen en daarnaast startte hij bij de kantonrechter de procedure om de advocaatkosten vergoed te krijgen.

Van Oort vorderde een verklaring voor recht dat de zienswijzeprocedure een administratieve procedure is in de zin van richtlijn 87/344/EG.
Een van de argumenten die mr. Bonnier namens Van Oort te berde bracht, was de stelling dat de inhoud van de zienswijze bepalend is voor het verdere verloop c.q. de slagingskansen van een eventueel beroep bij de Raad van State. Deze stelling leek van cruciaal belang omdat bij een beroep tegen de vaststelling van een bestemmingsplan bij de Raad van State in principe alleen die argumenten naar voren mogen worden gebracht die al in de zienswijze genoemd zijn. In vaktaal heet dit het zogenaamde ‘grondenfuik’.

Ditzelfde argument, het feit dat een procedure de basis c.q. grondslag vormt voor én bepalend is voor het verdere verloop van de procedure, was in de hiervoor al genoemde procedure bij het Europees Hof (waarbij het dus ook om een administratieve procedure ging) al voldoende reden om te beslissen dat het recht op vrije-advocaatkeuze van toepassing is.

Toen gedurende onze procedure – die werd aangehouden in afwachting van de beantwoording van zogenaamde prejudiciële vragen door datzelfde Europese Hof – bleek dat, gelet op de uitspraak van dit Hof, het zeer waarschijnlijk zou zijn dat de rechter zou vonnissen dat de zienswijzeprocedure een administratieve procedure is, wenste DAS plotsklaps niet meer te debatteren over de vraag of de zienswijze een administratieve procedure is. Dit in een kennelijke poging te voorkomen dat de kantonrechter zich hierover in zijn vonnis zou uitspreken. Zo zou DAS haar verzekerden ten onrechte kunnen blijven meedelen dat zij niet gehouden zou zijn om een externe advocaat te vergoeden indien er sprake is van het opstellen van een zienswijze. De kantonrechter heeft zich van deze veranderde opstelling echter niets aangetrokken en oordeelde zoals te verwachten viel dat de zienswijzeprocedure een administratieve procedure is (waarop de vrije advocaatkeuze derhalve van toepassing is) én de kantonrechter bepaalde dat DAS de advocaatkosten van Van Oort diende te vergoeden.

Het vonnis van de Rechtbank Limburg kunt u HIER bekijken én downloaden. (PDF | 496 KB)

]]>