Hogere uitkeringen bij letselschade?

Worden de uitkeringen bij letselschade hoger? En welke factoren spelen daarbij een rol?

Smartengeld blijkt nog steeds niet hoger te worden. Hooguit dat het wat met de inflatie gecorrigeerd wordt maar meer ook niet. In Nederland zijn de smartengeld-bedragen relatief laag in vergelijking met de ons omringende landen.

Een belangrijke verhogende factor is de rentestand. Vooral bij langjarige schade (de jaarlijkse netto inkomensschade, jaarlijkse kosten van zorg en hulpverlening) is de rentestand van belang. Immers, bij afwikkeling van de schade gaat dat met een bedrag ineens, een kapitaal dus, waarbij men er van uitgaat dat er jaarlijks ook wel wat rente op verdiend kan worden.

Hoe hoger de rente, des te lager het beginkapitaal hoeft te zijn. De rente die men in berekeningen hanteert is de zogeheten rekenrente. Dat is niet per se de rente per heden omdat er ook nog belastingschade (1,2% per jaar ex box 3) in meegewogen wordt.

Bovendien gaat men uit van langjarige gemiddelden. Jarenlang ging men uit van een bruto rendement van 6% op het kapitaal en dat inflatie en belastingschade samen op 3% uitkwamen. Aldus ontstond er een rekenrente van 6 – 3 = 3% Wie tien jaar lang ieder jaar 10.000 euro als compensatie moest hebben, kreeg daardoor geen 100.000 euro, maar afgerond 90.000 euro ineens.

Bij een hogere rekenrente zou dat nog minder zijn omdat het kapitaal dan geacht wordt ieder jaar meer aan te groeien.

Al geruime tijd zitten we met een zeer lage rentestand waardoor niet langer verdedigbaar is een langjarig rendement van 6% te hanteren. Zelfs 3% is aan de hoge kant vooral omdat slachtoffers met hun schadebedrag geen gokje wagen op de aandelenmarkt. Neen, men belegt in deposito’s, spaarrekeningen en obligaties.

Nu de belastingschade plus inflatie ook 3% zijn, daalt de rekenrente gaandeweg naar nul.

En dan kost hetzelfde schadegeval de verzekeraar geen 90.000 euro, maar 100.000 euro. Dat is een stijging van maar liefst 10% zonder dat het slachtoffer ook maar de indruk heeft er beter van te worden, want de compensatie van de jaarschade blijft gelijk.

En dan is er nog een verhogende factor die op het bord van de verzekeraar komt. Dat is het effect van de terugtredende overheid.

In feite nam de overheid altijd een deel van de schade voor haar rekening door middel van WAO-uitkeringen, gesubsidieerde hulp, etc. Zware bezuinigingen dringen de overheidsuitkeringen omlaag en thuiszorg wordt steeds minder snel geïndiceerd. En dan moet de verzekeraar met extra geld over de brug komen om het slachtoffer in gelijke mate te compenseren.

Is er ook een verlagende factor? Toch wel. Het slachtoffer moet – ook qua inkomen – op het niveau gebracht worden van de situatie indien er geen ongeval had plaatsgevonden.

Voorheen ging men uit van het scenario dat iedereen zonder meer tot 65-jarige leeftijd werk en dus inkomen had, uiteraard met de nodige promoties.

Die vanzelfsprekendheid is er echter ook niet meer.

Menigeen krijgt te maken met ontslag en perioden van werkloosheid, ook als men geen ongeval krijgt.

Hoe het ook is, men is zonder ongeval beter af.